Op vrijdagavond vroeg in bed wegens zeer vroeg opstaan, goede
nachtrust gehad. Omstreeks 5u15 vertrokken we naar Hamoir.
Het weer leek mee te vallen maar de onnodige regenbuien werden
voorspeld, hopelijk zou het meevallen. Na het afhalen van de
registratiechip en documenten maakten we ons klaar voor de lange en
zware tocht welke tegen de tijd (registratiechip) zou gereden
worden, vertrek 8u30 stipt. Ik ging voor ZILVER (-7u).
Goud leek me onbereikbaar (-6u30). Om 8u een telefoontje vanuit Antwerpen.... Onweder
met zware regen... Dus toch maar de zware regenvest meegenomen.
Hier heb ik een halve dag spijt van gehad. Uiteindelijk
slechts enkele druppels gevoeld en meestal in de zon gereden!
Op het parcours stonden 17 hellingen verdeeld over 165km (170
gemeten). De hellingen (afstand - gemiddelde - maximum): Cote
Xhoris 2500m - 3,5% - 7%, Les Chambralles 1550m - 9,5% - 20%,
Niaster 1800m - 7,7% - 15%, Cote de Warmonfosse 2100m - 7,2% -
16%, Cote de Xhierfomont 3000m - 5,7% - 8%, L'Ancienne Barriere
4900m - 5,4% - 5%, Cote Daisomont 4500m - 5,1% - 7%, Le Stockeu 2300
- 9,9% - 21%, Logbierme 1300 - 5% - 8%, Les Quartiers 3300m - 5,2% -
9%, Cote de Werbomont 4200m - 4,2% - 6%, Trou de Ferrieres 1400m -
9,1% - 13%, Roche a Frene ??? - ??? - ???, Le Vieux Fourneau 1200m -
7% - 14%, Cote de Tohogne 2200m - 3,5% - 6%, La Haisse 1100m - 3% -
4%, Cote d'Ouffet 3000m - 3% - 5%. De gebruikte versnelling
tijdens het klimmen was meestal 30x19, hier en daar 30x21.
Uitzonderingen Chambralles/Trou Ferrieres/Roche a Frene (30x23) en
Le Stockeu (30x25) op de zwaarste stukken. De laatste 3 werden
op 39x19/21 gereden.
1500 deelnemers aan deze rit tegen de tijd, we vreesden voor een
chaotische start. Uiteindelijk bleef het drummen aan de start
nogal mee te vallen. Naar goede gewoonte in de GFEM werd
meteen de eerste helling opgereden. Zo werd direct een eerste
schifting van de deelnemers gemaakt en werd duidelijk gemaakt waar
het vandaag om te doen was: Klimmen + tijd! De eerste helling
was een inrijderke voor hetgeen komen zou. Versnelling meteen
naar 30x19. Aanvankelijk HF rond 160, vervolgens naar 165, na
halfweg de helling terug naar -160 waarden. In de afdaling was
een eerste ongelukkige al zwaar ten val gekomen. Voor de rest
van de dag geen ongelukken meer gezien, iedereen was blijkbaar
meteen verwittigd. Na de afdeling wagonnetje aangeklikt zodat
we ons tegen een degelijke snelheid naar de volgende helling
begaven. Dit zou een tactiek worden welke we zouden volhouden
voor de rest van de dag. Tijdens het fietsen hoorde ik
verhalen over de volgende helling: Les Chambralles, nooit van
gehoord, nooit gezien... zware kost, ik zal hem niet meer vergeten!
Eerste deel 20%, HF meteen naar 165 waar hij voor de rest v/d klim
niet meer onder zou zakken. Op dit stuk kreeg ik ook de indruk
dat ik mijn achterwiel tegen mijn remmen trok. Dit zou ik
later nakijken. Volledige klim HF tussen 165-170 met, tegen
het einde toe nog even pieken naar 174... Tijdens afdaling HF
gecontroleerd, deze daalde vrij snel terug naar 125, het zat goed.
Beneden aangekomen even mijn achterwiel nagekeken en iets vaster
gezet want de volgende helling zou er meteen aankomen. De
volgende 2 hellingen zou mijn HF ook nog naar 165, TF70 en snelheid
naar 14/u. Cijfers waar ik mee kon leven. Het zwaarste
stuk van het eerste gedeelte zat erop. De Cote de Xhierfomont ging
al wat makkelijker (GS 15/u - HF162 - TF75) en als l'Ancient
Barriere was een makkie geworden vergeleken met de vroegere
beklimmingen van deze helling. Vlot naar boven met HF -160,
TF75 en GS 18/u. Snel de nodige aanvullingen van eten en
drinken gedaan in de eerste bevoorrading wat toch een 7-tal minuten
in beslag nam. Hopelijk zou dit niet zorgen voor
teleurstelling wanneer ik deze minuten tekort kom bij aankomst.
Maar ja, voldoende eten en drinken onderweg is wel top prioriteit!
De 54km gereden in 2u10min, ik kon tevreden zijn.
Het 2de deel ging van start met de beklimming van een andere
onbekende, de Cote Daisomont. Mijn dieselke was goed op gang
nu, HF rond de 160, TF rond de 75 en GS 15/u met nog steeds een
forse daling van HF tijdens de afdaling (HF110). Na een 3km vals
plat en een afdaling van een kilometer volgde dan 'het beest' van de
dag: Le Stockeu! Mijn motorke werd wederom zwaar op de proef
gesteld, ik troostte me met de gedachte dat we bijna halfweg waren
en dat de zwaarste hellingen hiermee achter de rug waren. En
wanneer je dan eindelijk boven bent, blijkt dat er nog een 2-tal
uitlopers volgen... Ik was wel blij verrast dat ik, ondanks
het moeizame klimmen (kracht) en een klein gedeelte met HF+170, toch
redelijk goed boven kwam. Niet echt uitgeput zoals vorig jaar
het geval was. De volgende hellingen gingen opnieuw redelijk
vlotjes, slechts nu en dan een zeer lastig stukje. Na de
afdaling van de Cote de Werbomont arriveerden we aan de 2de
bevoorrading. Dit 2e gedeelte (65km) werd gereden in 2u36, we
bleven op schema voor zilver. Na 5min vertrokken we voor het
laatste deel.
Opnieuw meteen klimmen... Hier laat je je steeds verassen. Je
begint een klim, sakkert een beetje, dan volgt een afdaling, en
wanneer je denkt dat het al voorbij is start de klim van de Trou de
Ferrieres. grrr... Met een gemiddelde van 9% over 1500m
na 120km is dit een zeer lastige klim. HF ging naar HF165-170,
TF viel terug tot 58 en snelheid zakte onder 10/u... Hier kreeg
Dimitri het opnieuw moeilijk en we besloten dat ik alleen verder
ging vanaf de volgende klim, het zilver kwam in gevaar. Vanaf
de Roche a Frene ging ik dus alleen verder. Ook deze klim
behoort tot de moeilijke categorie. Om een of andere reden
zijn hier nergens exacte gegevens over bekend. Na een bijna
stilstand start (hoekje om a-la-AlpedHuez-eerste-bocht) start je
steil opgaand. Tot halverwege blijft het in een zelfde
percentage klimmen, dan wordt het een ietsepietsie makkelijker om te
eindigen met een uitloper 'vals plat'. Halverwege probeerde ik
mijn traptempo naar boven te krijgen (lage 50ers naar +60) wat me
maar ten dele lukte. Tijdens de afdaling controleerde ik mijn
HF en merkte dat deze toch nog steeds gevoelig bleef dalen (115).
Ik had nog wat reserve voor de laatste moeilijke klim, Le Vieux
Fourneau. Gelukkig is deze niet al te lang (1200m) en kon ik
vol vertrouwen de laatste 3 hellingen aansnijden. Mooie
afsluiters van resp. 6%, 4% en 5% gemiddeld, geen probleem dus.
Na een lange afdaling startte ik op de Cote de Tohogne, in
gelijkmatige tred naar boven (Opnieuw HF-160, GS 17/u en TF +70).
Nu en dan voelde ik nu toch de spiertjes protesteren. Na een
plat stuk, waar ik mijn TF nog wat opkrikte, kwestie van de spieren
soepel te houden, volgde de korte klim naar La Haisse. Ik
kroop in het wiel van enkele voorbijrijders om mijn tempo voldoende
hoog te houden en plots, geen 20m van de top, had ik ervan: Krampen
aan de binnenkant van beide dijen, juist boven de knie! Ik
probeerde iets in te houden maar het mocht niet baten, plots stond
ik stil... en werd ik stil, het zal toch niet waar zijn zeker, zo
zou zilver me toch nog ontglippen. Ik probeerde opnieuw van
start te gaan en de krampen ebden stilletjes aan weg.
Vraagtekens tijdens de afdaling naar de laatste klim. Veel
(maar te laat!) drinken was de boodschap. Zo lang mogelijk op
licht verzet de souplesse opzoeken tijdens de afdaling.
Intussen had ik na een verkeersbord Hamoir 10km ook een afstandsbord
'nog 10km' gezien. Ik controleerde de tijd, 6u35min, en
rekende uit, nog 10km met 2min per km, 6u55u, dit mocht niet meer
fout gaan. Plots het bordje Cote d'Ouffet, daar was hij dan,
de laatste helling. Het duurde geen km of ik had weer prijs,
opnieuw krampen. Hoe ik ook mijn houding of manier van trappen
probeerde aan te passen, het hielp niet, ik stond terug stil.
Uiteindelijk geprobeerd om mijn voeten uit de klikpedalen te houden
en te trappen met de hielen. Het ging niet snel maar ik kon
toch 'krampvrij' fietsen en trok langzaam de snelheid op van 14/u
naar 16/u. Dit bleek toch te gaan. De laatste 500m naar
de top werd ik voorbijgestoken door een jonge dame in het zog van
haar vader. Nu bleek hoe waardevol de kennis van een parcours
kan zijn. Deze klim is me welbekend, reeds 5 jaar rij ik de
GFEM. Ik wist dat het hier wat makkelijker ging en
besloot het erop te wagen. Ik ging terug in de klikpedalen,
probeerde mijn 39 vooraan, dreef mijn tempo op zodat ik de inmiddels
100m afstand terug kon overbruggen. Wanneer ik terug naar de
dame en haar metgezel kon, zou ik me kunnen laten meedrijven.
Op de top haalde ik beiden terug in en merkte dat deze dame nu werd
voorafgegaan door een man ik gewone kledij op een mountainbike.
Tiens, deze dame gaat blijkbaar nog voor goud. Ik besloot te
proberen een handje te helpen en draaide de gas volledig open.
Toen ik haar voorbij reed sprak ik haar aan en vroeg haar me te
volgen. De krampen bleven gelukkig weg, het drinken had zijn
werk gedaan? zodat de laatste 5km op een 7tal minuutjes werden
afgewerkt. Ik zag de officiële klok: 6u58m09s... ZILVER was
binnen. Ook de dankbare dame haalde haar doelstelling, goud.
Zeer tevreden wachtte ik Dimitri op. Hij kwam 3m30s na mij
binnen, toch niet al te ver achter. Natuurlijk had ik tijd
verloren door de krampen op de 2 laatste hellingen maar toch.
Later bleek dat hij op de Roche de Frene zijn tijd had genomen om
goed te eten en drinken. Daarna ging het bij hem terug beter
zodat hij nog tijd heeft kunnen inhalen. Het derde gedeelte
(52km) werd afgewerkt in 1u57min wat toch opnieuw +25/u was.

Nabeschouwing:
Een meer dan goede les in iets wat we beiden zouden moeten weten:
Eten en Drinken mag absoluut niet vergeten worden! Gezien de
vele hellingen stel je dit soms uit met het idee, ik zal iets
eten/drinken op de top of tijdens de afdaling. Tijdens de
afdaling krijg je dan een slecht wegdek voor je wielen waardoor dit
niet mogelijk is. Beneden aangekomen begint dikwijls de
volgende klim reeds zodat je in een vicieuze cirkel terechtkomt...
Het doet me wel veel plezier dat we, in tegenstelling tot vroeger en
andere ritten, nu zelf het het commando over een groep namen.
We letten er wel op dat dit vooral tijdens de afdalingen gebeurd.
Voor de vlakkere gedeelten probeerden we ons steeds achter in een
groepje te plaatsen. Wanneer dit niet snel genoeg ging
probeerden we naar het groepje ervoor te 'jumpen'. Meestal
lukte dit wel, slechts af en toe moesten we de rol terug lossen maar
we probeerden dit zo te regelen dat dit gebeurde op het moment dat
we weer een ander groepje inhaalden. Deze tactiek zullen we
ook moeten hanteren tijdens de Marmotte. Natuurlijk is dat een
ander soort rit, in plaats van vele hellingen zijn het er slechts
4... maar zijn ze wel veel langer. Op het gedeelte tussen
start en Glandon, het stuk na afdaling Glandon en voet Telegraphe én
het stuk afdaling Lautaret tot voet Alpe d'Huez zal dit wel de
uitgespeelde tactiek worden.
De GFEM is naar goede gewoonte een mooie rit, prima aangegeven
pijlen en, zij het niet overal, seingevers op de gevaarlijke kruispunten.
Er waren slechts 2 bevoorradingen maar dit is natuurlijk een rit
tegen de tijd. Dit is het minimum dat je nodig hebt om
onderweg 'bij te tanken'. Opgesplitst in 3 delen van 55km kan
deze rit met 2 bevoorradingsposten gereden worden zonder een lege
tank te hebben. Je moet je voorraad wel gebruiken natuurlijk!
De GFEM blijft jaarlijks op mijn 'niet te missen' kalender staan.
Volgende week: La Fleche Ardennaise (175km)
|